Permacultuur kun je op vele manieren omschrijven. Wij gebruiken vaak de omschrijving: leren van en samenwerken met de natuur. Het begint uiteraard met waarnemen hoe de natuur functioneert. Hoe speelt het bos het klaar om zonder grondbewerking, zonder fossiele brandstoffen, zonder machines, zonder persticide zo’n enorme rijkdom aan producten te leveren en op zo’n manier dat het een genot is om door heen te lopen. Dat blijft een intrigerende vragen die we op vele niveau’s en op vele manieren kunnen beschouwen. Dit is in feite ook de centrale vraag van de permacultuur: Hoe kan ik een (landbouw)systeem ontwerpen waarin de natuurlijke processen optimaal gebruikt worden. Een voorbeeld is het niet- spitten van de bodem, waarbij je zoveel mogelijk de wormen en plantenwortels het zware werk laat doen voor het luchtig houden van de bodem en goede distributie van de voedingsstoffen. Het is een eenvoudig gegeven, maar vraagt veel kennis van de natuurlijke processen, om dat op een gebalanceerde manier te laten verlopen. Dat vraagt een goed ontwerp, maar vooral ook gewoon beginnen.